Het leven in Spanje is zoveel leuker als je een beetje weet hoe de maatschappij in elkaar steekt. Maar je kunt niet overal zomaar binnenlopen om te vragen wat men daar eigenlijk doet. Daarom doen wij dat voor jou. In deze aflevering van Vida Española gingen we in gesprek met Domingo Daga Ruiz, coördinator van het transplantatieteam in de regio Málaga.
Tekst & foto's: Maria Kupers
Je staat er hoogstwaarschijnlijk niet dagelijks bij stil maar er komt een moment dat je overlijdt. Als dat in een ziekenhuis gebeurt is de kans groot dat je nabestaanden gevraagd wordt of ze toestemming verlenen voor transplantatie van je organen en weefsels. Spanje staat al jarenlang op nummer één als het gaat om het aantal uitgevoerde transplantaties per inwoners. Dat komt volgens Domingo Daga Ruiz niet omdat volgens de wet iedereen donor is. “Spanje voerde in 1979 een wet in waarin een aantal dingen staat beschreven: ten eerste dat transplantaties altijd in openbare ziekenhuizen worden uitgevoerd en dat de ontvanger van een donororgaan daar geen geld voor hoeft te betalen. Iedereen die legaal resident is in Spanje heeft recht op een transplantatie. Als er sprake is van een noodgeval kunnen ook niet residenten een transplantatie ontvangen. Daarnaast is het doneren en het ontvangen van een orgaan altijd anoniem. En de wet gaat ervanuit dat iedereen akkoord gaat met donatie, kortom iedereen is volgens de wet een donor. Geen enkele arts die dit werk doet heeft zich echter ooit aan die wet gehouden” vertelt Domingo. Een arts die zegt dat men zich niet aan de wet houdt, dat heb ik nog nooit eerder gehoord, dit behoeft enige uitleg. “Voor ons is de wet meer een verklaring van principes. Het Spaanse volk verklaart dat ze donor wil zijn. Maar zolang iemand niet expliciet heeft vastgelegd dat hij of zij geen donor wil zijn is het de familie die bepaalt. Wij zullen nooit de wens van de nabestaanden negeren onder het mom van de wet.”
Spanje loopt voorop
Spanje was het eerste land ter wereld dat een dergelijke wet invoerde en veel landen hebben het voorbeeld inmiddels gevolgd. Ook in Nederland is iedereen nu donor tenzij dit anders is geregistreerd. Dat heeft daar voor veel ophef gezorgd, Domingo Daga begrijpt dat voor een deel wel. “Mensen zijn erg bang voor verplichtingen in dergelijke zaken, maar ook in Nederland kun je dus vastleggen dat je persé geen donor wilt zijn. Bovendien zullen ook daar de artsen nooit kost wat kost aan de wet vasthouden. Dat is ondenkbaar in dergelijke emotionele situaties.” In Spanje wordt de nabestaanden altijd gevraagd wat de wens van de overledene zou zijn en wat de familie zelf wil. Tenzij er schriftelijk is vastgelegd dat iemand wel of geen donor wil zijn. De enige manier om dat te doen is via een medisch testament*. Als daar een duidelijke keuze is gemaakt is deze wettelijk geldig.
Soepele organisatie
Het succes van het Spaanse model komt niet door de wet maar door de organisatie van het transplantatieteam. Dat team bestaat namelijk uit artsen en verpleegkundigen die dagelijks op de werkvloer actief zijn. “In andere landen zitten de coördinatoren vaak op een kantoor te wachten tot ze een telefoontje krijgen en gaan dan aan de slag. In Spanje zijn het mensen die op de afdeling Eerste Hulp of de Intensive Care werken. In de kleinere ziekenhuizen werkt één coördinator, hier in het Hospital Regional de Málaga (voorheen Carlos Haya) zijn we met z’n zessen: drie artsen en drie verpleegkundigen. Zodra iemand is overleden beginnen we zelf met alle benodigde testen om te kijken of iemand geschikt is om donor te zijn. Daarnaast gaat iemand met de nabestaanden zitten om hen te begeleiden in de eerste fase van rouw en het eventuele donorschap te bespreken. Ondanks dat we daar de tijd voor nemen hebben we natuurlijk wel te maken met tijdsdruk, hoe eerder organen in een ander lichaam kunnen worden geplaatst hoe beter.” Zodra alle gegevens bekend zijn worden deze naar het Centro Nacional de Trasplantes in Madrid gestuurd. Die bekijken welke patiënten matchen met het profiel van de donor en op basis van urgentie en daarna de geografische afstand wordt de keuze gemaakt. Vervolgens gaat een speciaal team van transplantatiechirurgen naar het ziekenhuis waar de overledene zich bevindt.
Domingo is coördinator van de sector Málaga, daar valt niet alleen de hele provincie onder maar ook Almeria, Ceuta en Melilla. In Málaga zelf worden orgaantransplantaties (nieren, lever en pancreas) alleen in het Hospital Regional uitgevoerd, in het ziekenhuis Virgen de la Victoria doen ze de weefseltransplantaties. Harttransplantaties worden altijd in Córdoba of Sevilla uitgevoerd en in Córdoba doet men ook de longtransplantaties. Die verdeling is zo gemaakt opdat de artsen echt gespecialiseerd in één bepaald type transplantatie blijven. De donoren komen niet alleen uit de openbare ziekenhuizen in de sector Málaga. Ook mensen die in privéziekenhuizen overlijden en in aanmerking komen om donor te zijn worden door de artsen direct gemeld aan het team in Málaga.
Steeds minder donoren
De wachtlijst voor een transplantatie is gemiddeld drie tot zes maanden. Hoewel in ruim 90% van de gevallen de nabestaanden toestemming geven voor transplantatie is er altijd een tekort aan donoren. “In de jaren zeventig en tachtig hadden we veel verkeersdoden, vaak jonge mensen. Vandaag de dag is het een stuk veiliger op de weg en dat merken wij ook in de statistieken. De meeste donoren zijn nu tussen de 65 en 75 jaar hoewel het ook wel eens voorkomt dat er iemand van 80 of 90 tussen zit. De meesten van hen overlijden door een hersenbloeding. In Spanje konden tot 2012 alleen mensen die hersendood verklaard waren als donor ingezet. Aangezien in andere Europese landen ook mensen die aan een hartstilstand waren overleden donor konden zijn is dat nu ook in Spanje het geval. Wat wel opvalt is dat oudere mensen tegenwoordig veel gezonder zijn dan vroeger, ook organen die al jaren dienst hebben gedaan kunnen in een ander lichaam nog lang door blijven werken” aldus Domingo.
Buitenlandse donoren
De Costa del Sol is de woonplaats van tienduizenden buitenlandse residenten. Ook zij kunnen donor zijn. “Alle ziekenhuizen hebben tolken voor verschillende talen en wij hebben hier sowieso een lijst met mensen die voor ons kunnen vertalen. Het komt bij buitenlanders echter wel vaker voor dat het moeilijk is om de nabestaanden te vinden. Daarvoor nemen we vaak contact op met het consulaat of de ambassade en die gaan dan op zoek. Soms gaan we met de politie naar het woonadres van de overledene om te kijken of we daar een aanwijzing kunnen vinden. Niet alleen om dan de nabestaanden op te kunnen sporen maar ook om een medische geschiedenis te achterhalen. Als we die niet hebben kunnen we, ondanks alle tests die we ter plekke uitvoeren, nooit een volledig dossier voor de transplantatie opstellen. Maar meestal lukt ons dat, ondanks de korte termijn, wel. Familie in het buitenland hoeft ook niet op stel en sprong op het vliegtuig te springen, we hebben al meerdere malen de toestemmingsformulieren per mail verstuurd en getekend terugontvangen. De hele procedure mag niet meer dan 36 uur duren, daarna is de kans op een geslaagde transplantatie te klein.”
Levensfilosofie
Nadat we al meer dan twee uur hebben zitten praten over allerlei situaties en overtuigingen rondom leven en dood ben ik toch wel benieuwd wat voor invloed zijn werk op de levensfilosofie van Domingo heeft. “Het is voor mij heel duidelijk dat het leven eindig is. Het grootste cadeau dat jezelf en anderen kunt geven is tijd. Als je donor bent geef je anderen ook na je dood tijd. Ik probeer mijn tijd te besteden aan dingen die ik werkelijk belangrijk vind, ik geniet van kleine dingen in het leven. Gelukkig zijn doe je door anderen gelukkig te maken.”
Dit artikel verscheen in ESpecial Life Magazine in december 2019